Minister Martin van Rijn van Medische Zorg en Sport kan geen garanties geven over het voortbestaan van alle betaald voetbal clubs na de coronacrisis. 'Laten we het hopen, maar we zeggen van de hele samenleving dat die anders zal zijn na de coronacrisis. Dat zal dan ook wel voor het voetbal gelden', zegt Van Rijn in een interview met De Telegraaf.

Sinds het wegvallen van VVD-minister Bruno Bruins heeft Van Rijn ook sport, en daarmee betaald voetbal, op zijn bordje. Vanwege de coronacrisis missen clubs sponsor- en ticketinkomsten. De Eredivisie kan op zijn vroegst op 1 september weer beginnen en dat zeer waarschijnlijk zonder publiek. 'Zolang er nog geen vaccin is moeten je enorm opletten met het toelaten publiek.'

Van Rijn geeft verder nogmaals aan dat de KNVB met een goed plan moet komen voor overheidssteun. 'Als een sector open wil, omdat er anders geld wordt gemist, moet er worden nagedacht over hoe dat te organiseren. Wat betekent het dan? Wat kan wel, of niet. Die afweging moet je maken', aldus Van Rijn, die toegeeft dat het kabinet niet zomaar de knip zal trekken. 'Je kan pas over geld praten, als zo’n anderhalvemeter-plan er ligt', zegt de minister, die ook dan niet kan garanderen dat er geld naar het voetbal gaat. 'Dat vind ik nog veel te vroeg. Daar ben ik nog helemaal niet aan toe.'

Met het oog op de verspreiding van het coronavirus ziet Van Rijn in het betaalde voetbal een enorm risico. 'Dat zijn evenementen met veel publiek. In Italië is er een wedstrijd geweest, waarna je daarna een landkaart kon tekenen met verspreidingen', aldus Van Rijn, die niet kan garanderen dat het betaalde voetbal, zoals we dat nu kennen, zal blijven voortbestaan na de crisis. 'Laten we het hopen, want ik denk dat voetbal voor ons een belangrijk onderdeel is van ons leven. Maar we zeggen van de hele samenleving dat die anders zal zijn na de coronacrisis. Dat zal dan ook wel voor het voetbal gelden.'